8 oktober 2000 |
|
|
Akte van toewijding van Kerk en wereld aan Maria
Paus Johannes Paulus II en zo'n 1.500 bisschoppen op zondag 8 oktober 2000 op het Sint-Pietersplein Kerk en wereld toe aan Maria met de volgende tekst.
"Vrouwe, zie daar uw zoon!" (Joh.19,26). Het Heilig Jaar nadert zijn einde. Tijdens dit Jubileum hebt gij, o Moeder, ons Jezus getoond, de gezegende vrucht van uw zuiver lichaam, het Woord dat vlees geworden is, de Verlosser van de wereld. Zijn woord, waardoor wij naar u worden gewezen en waardoor u tot onze 'moeder' wordt gemaakt, klinkt ons welgevallig in de oren: "Vrouwe, zie daar uw zoon!". Doordat Hij u aan de apostel Johannes en met hem de zonen en dochters van de Kerk, ja alle mensen toevertrouwde, verminderde Christus zijn uitsluitende rol als Verlosser van de wereld niet, maar bekrachtigde haar. Gij zijt de glans, die het licht van Christus niet vermindert, want gij leeft in Hem en door Hem. Uw gehele wezen is toestemming: 'fiat'. Gij zijt de Onbevlekte, gij zijt de volheid en het weerschijnen van de genade. Zie daar, uw zonen en dochters, die bij het aanbreken van het nieuwe millennium rondom u verzameld zijn. Door de stem van de opvolger van Petrus in vereniging met de stemmen der bisschoppen, die uit alle delen van de wereld hier zijn samengekomen, zoekt de Kerk vandaag bij u toevlucht. Zij stelt zich onder uw moederlijke bescherming. Zij bidt vol vertrouwen om uw voorspraak met het oog op de uitdagingen van de toekomst.
In dit jaar van genade beleefden en beleven nog vele mensen de overvloedige vreugde van barmhartigheid, die de Vader ons in Christus heeft geschonken. In de deelkerken, die over de hele aarde verstrooid zijn, en meer nog hier, in het centrum van de christenheid, hebben mensen van alle klassen dit geschenk in ontvangst genomen. Hierdoor raakten de jongeren enthousiast. Hier baden en smeekten de zieken. Hier kwamen priesters en religieuzen, kunstenaars en journalisten heen. Mensen uit de wereld van werk, techniek en wetenschap, kinderen en volwassenen. Allen erkenden in uw geliefde Zoon het Woord van God, dat in uw schoot vlees is geworden. Wij smeken u, o Moeder, opdat door uw voorspraak de vruchten van dit jaar niet verloren gaan en opdat de zaadkorrels der genade zich ontwikkelen tot volle heiligheid, waartoe wij allen geroepen zijn.
De toekomst, die voor ons ligt, willen wij u vandaag toevertrouwen. Wij bidden u om ons op onze weg te begeleiden. Wij, mannen en vrouwen, leven in een buitengewone tijd, die tegelijkertijd veelbelovend en moeilijk is. De mensheid bezit vandaag nooit eerder geziene machtsmiddelen: zij is in staat om deze wereld tot een bloeiende tuin te maken maar ook om haar volledig te vernietigen. De mensheid heeft zelfs de buitengewone vaardigheid verworven om in het aanvangen van het leven te kunnen ingrijpen. Zij kan dit tot welzijn van allen benutten binnen het kader van de wetten der moraal of toegeven aan de kortzichtige hoogmoed van een wetenschap, die geen grenzen erkent en zelfs het betamelijke respect voor elk mensenleven weigert. Als nooit eerder staat de mensheid vandaag voor een kruispunt van wegen. De redding, o allerheiligste Maagd, is wederom alleen uw Zoon Jezus.
Daarom willen wij u, Moeder, net zoals de apostel Johannes bij ons opnemen (vgl. Joh.19,27), om van u te leren gelijken op uw Zoon. "Vrouwe, zie daar uw zonen en dochters!" Wij staan hier voor u en willen ons zelf, de Kerk en de gehele wereld, toevertrouwen aan uw moederlijke bescherming. Smeek uw Zoon, opdat Hij ons de Heilige Geest in volheid wil schenken, de Geest van de waarheid, waaruit het leven voortkomt. Ontvang Hem voor ons en met ons zoals eens in de oergemeenschap van de Kerk van Jeruzalem, die zich met Pinksteren rond u had geschaard (vgl. Hand.1,14). De Geest van God opent de harten voor de liefde en gerechtigheid. Hij wekt in de personen en naties wederzijds begrip en vaste wil tot vrede. Wij vertrouwen u alle mensen toe, allereerst de weerlozen: de kinderen, die nog niet ter wereld zijn gekomen; de kinderen, die in armoede en leed geboren werden; de jongeren, die op zoek zijn naar een levensdoel; de mensen zonder werk en degenen die honger lijden en aan ziekte. Wij vertrouwen u de ontwrichtte gezinnen toe, de ouderen, die niemand bijstaat, en allen die verlaten zijn en zonder hoop.
Moeder, gij kent het lijden en de hoop van Kerk en wereld. Sta uw zonen en dochters bij in de beproevingen, die het leven van alledag voor eenieder bereid houdt. Geef, dat dankzij de gemeenschappelijke inspanningen van allen, de duisternis niet over het licht zal zegevieren.
Aan U, Morgenrood van de verlossing, vertrouwen wij onze weg in het nieuwe millennium toe, opdat alle mensen onder uw leiding Christus mogen vinden, het Licht der wereld en de enige Verlosser, die heerst met de Vader en de Heilige Geest in eeuwigheid. Amen. (vertaling SA)
© 2000 Katholiek Nieuwsblad
Niets van deze uitgave mag opnieuw worden uitgegeven in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever